Menu
Significant-34_Desktop_2000x655
Rapportages

Voortgezet onderwijs en aanpassing van structuren

Met het advies ‘later selecteren, beter differentiëren’ pleit de Onderwijsraad ervoor het moment van selectie uit te stellen tot na een brede driejarige brugperiode. Volgens de Onderwijsraad worden leerlingen te vroeg ingedeeld in een schooltype en leidt dat tot ongelijke kansen. De raad adviseert om landelijk en gelijktijdig op alle scholen het moment van selectie uit te stellen. Dat vergt een aanpassing van de structuur van het voortgezet onderwijs.

In het advies verwerkte de Onderwijsraad bevindingen uit ons onderzoek naar de ervaringen van verschillende groepen leerlingen en studenten bij hun onderwijsloopbaan en overgangsmomenten in het huidige onderwijsstelsel.

Het onderzoek is gestart met kwantitatief onderzoek op basis waarvan we in een dashboard zes verschillende doelgroepen onderscheidden in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Hierbij is gekeken naar relevante indicatoren (resultaten van leerlingen/studenten) en kenmerken (op gemeente en schoolniveau).

Vervolgens hebben wij met leerlingen en studenten uit deze zes groepen gesprekken gevoerd over hoe zij hun reis door het onderwijs ervaren hebben, welke momenten hun belevingen sterk hebben gekleurd, welke beïnvloedingsfiguren en -factoren hen (al dan niet) geholpen hebben gedurende hun reis en wat zij graag mee willen geven voor toekomstige leerlingen en studenten.

Op basis van de kwantitatieve analyse en de gesprekken met leerlingen en studenten zijn wij gekomen tot een beschrijving van de rode draden van de leerlingen en studenten in deze zes doelgroepen. Deze rode draden zijn geen gemiddelde, maar het zijn vaak genoemde of opvallende zaken die typerend zijn voor leerlingen en studenten in een betreffende groep. De beschrijving van deze rode draden noemen wij een persona.

Een persona ontsluit kernachtig de belangrijkste bevindingen met betrekking tot de ervaringen en belevingen van een specifieke groep leerlingen en studenten. Met zo min mogelijk beleidsjargon, maar met woorden die de leerlingen en studenten zelf gesproken hebben. De zes beschreven persona’s zijn:

  • Leerlingen in groep 8 met een Nederlandse achtergrond en laagopgeleide ouders;
  • Leerlingen in groep 8 met een migratieachtergrond en laagopgeleide ouders;
  • Leerlingen op een school met vmbo-(g)t, havo en vwo en een mix van brugklastypen;
  • Leerlingen die zijn opgestroomd op een school die alle onderwijssoorten biedt;
  • Leerlingen op een categoraal gymnasium;
  • Mbo-1 en mbo-2 studenten op een roc.

In onderstaande afbeelding zijn de bevindingen bij leerlingen die zijn opgestroomd op een school die alle onderwijssoorten biedt weergegeven in een visuele weergave.

De belangrijkste rode draden uit het onderzoek zijn: ouders zijn voor de meeste leerlingen en studenten belangrijke beïnvloedingsfiguren, jongeren voelen zich gezien door die ene persoon die de schoolbeleving van leerlingen en studenten positief kleurt of het verschil maakt, de invloed van vrienden op te maken keuzes is relatief klein, leerlingen hebben weinig ondersteuning ervaren in de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs, leerlingen sorteren al jong voor op keuzes voor later, leerlingen en studenten waarderen het type school dat ze kennen en het coronavirus trekt een zware wissel op de beleving van leerlingen en studenten.

Meer weten? Lees het rapport hier of neem contact met ons op.

Reageren op deze rapportage?

Stuur dan je reactie naar:

Maaike Jongerius