is gericht op het gezamenlijk –voorlopig – taxeren van de mate van onveiligheid, het maken van afspraken over wie welke acties uitvoert ten aanzien van onderzoek naar de feiten en/of ten behoeve van directe of structurele veiligheid en op welk moment of in welke situatie afstemming opnieuw gewenst is.
Heeft het toegevoegde waarde als organisaties uit de strafrechtketen en het sociaal domein vroegtijdig afstemming over meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling? Zo ja, wat is die meerwaarde dan? Significant Public begeleidde in opdracht van het Openbaar Ministerie een pilot die antwoord moest geven op deze vragen.
Twaalf weken lang hebben het Openbaar Ministerie, Politie, reclassering, de Raad voor de Kinderbescherming, Veilig Thuis en het Crisis Interventieteam in een pilot binnen het arrondissementsparket Den Haag vroegtijdig afgestemd over meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Het doel van de pilot was om te onderzoeken of er onderscheid is aan te brengen tussen het type meldingen waarbij vroegtijdige afstemming meerwaarde heeft. Ook is bekeken of vroegtijdige afstemming over het (strafrechtelijk) onderzoek en in te zetten interventies toegevoegde waarde heeft en wat die toegevoegde waarde dan precies is.
Vroegtijdige afstemming....
De pilot leverde onder andere de volgende bevindingen op:
- Door vroegtijdige afstemming worden interventies van justitie en zorg vaker en beter op elkaar afgestemd.
- Er is meer (voor het strafrecht relevante) informatie beschikbaar over het verloop van hulpverlening of de mogelijkheden vanuit strafrecht dan in reguliere huiselijk geweld zaken.
- De (inhoudelijke) complexiteit van huiselijk geweld zaken en de huidige uitvoeringspraktijk maken goede afstemming op alle benodigde momenten lastig. Het aantal overdrachtsmomenten zorgt ervoor dat het moeilijker was om de ingezette lijn voor een zaak vast te houden.
- Het was niet altijd duidelijk hoe en op grond van welk instrument de mate van acute en structurele onveiligheid werd bepaald. De focus op veiligheid en gezamenlijke risicotaxatie werd bovendien snel uit het oog verloren.
- Alle betrokken professionals moeten kennis hebben van (de aanpak van) huiselijk geweld en beschikken over vaardigheden gericht op samenwerken in een netwerk.
- Vroegtijdige afstemming moet organisatorisch ondersteund worden door in werkprocessen het ‘hoe, wat, wanneer en wie’ van de afstemming vast te leggen.
- Voor goede afstemming is een duidelijke vraagarticulatie nodig. Wat is de vraag die je aan de andere organisatie kunt stellen, waar moet de afstemming over gaan?
In onderstaand filmpje geven de bij de pilot betrokken partners een reactie op de bevindingen.