Menu
Significant-8_Desktop_2000x655
Cases

De weg naar werk

Werklozen in de WW met een niet-westerse migratieachtergrond hebben baat bij verbetering van hun taalbeheersing, een andere inzet van de Werkverkenner van het UWV, een warme introductie bij werkgevers in het kader van bemiddeling en matching en het actief tegengaan van vooroordelen en discriminatie bij werkgevers. Dat blijkt uit ons onderzoek 'De weg naar werk' in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Uit eerder onderzoek blijkt dat mensen met een niet-westerse migratieachtergrond gemiddeld minder snel uitstromen naar werk, vanuit een WW-uitkering. Hoewel de integratie van mensen met een migratieachtergrond op verschillende terreinen vooruitgaat, is dit niet het geval wanneer we kijken naar de arbeidsmarkt. Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn vaker werkloos en stromen minder snel uit naar werk, vanuit de WW. In opdracht van het ministerie van SZW hebben wij onderzocht waardoor dit komt en nagedacht over mogelijke oplossingen en handelingsmogelijkheden voor het UWV.

Verklaringen voor lagere uitstroom uit de WW naar werk

Deze onderzoeksopdracht is onderdeel van het programma VIA, waarin het ministerie van SZW werkt aan het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. Het UWV levert maatwerk en voert geen doelgroepenbeleid. Het UWV noteert in haar systemen daarom ook niet of iemand een migratieachtergrond heeft. In De weg naar werk is dit wel uitgezocht – via bestandskoppelingen van UWV en CBS - en hebben wij verschillende mogelijke verklaringen getoetst voor de minder snelle uitstroom naar werk van mensen met een niet-westerse migratieachtergrond.

Mogelijke verklaringen die wij vonden zitten bijvoorbeeld in de mate van taalbeheersing, culturele verschillen en een eventueel verschillende inzet of werking van UWV-dienstverlening. Het onderzoek laat zien dat werklozen in de WW met een niet-westerse migratieachtergrond baat hebben bij verbetering van hun taalbeheersing (in samenwerking met gemeenten).

Ook de Werkverkenner, een instrument waarmee het UWV haar klanten ondersteunt, zou anders ingezet kunnen worden, aangezien dit instrument de werkhervattingskans van WW’ers met een niet-westerse migratieachtergrond structureel overschat. Dienstverlening kan breder opgezet worden, aangezien dit WW’ers met een niet-westerse migratieachtergrond mogelijk minder bereikt. Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn daarnaast (nog meer dan anderen) geholpen met een warme introductie bij werkgevers in het kader van bemiddeling en matching en met het actief tegengaan van vooroordelen en discriminatie bij werkgevers.

Samenkomst van onderzoeksmethoden

Een uitdaging in dit onderzoek was de combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Verschillende onderzoeksactiviteiten zijn in synergie uitgevoerd. Kruisbestuiving zorgt ervoor dat de onderzoeksmethoden elkaar versterken.

Voor deze opdracht hebben wij bijvoorbeeld meegelopen op UWV-locaties en betrokkenen geïnterviewd (van werkzoekenden en uitvoerend professionals tot wetenschappelijke experts). Deze uitkomsten zijn gekoppeld aan een grootschalige data-analyse. Met uitgebreide (econometrische) analyses zijn verschillende hypotheses uit het kwalitatieve onderzoek getoetst. Om aansluiting bij de praktijk te behouden, zijn de uitkomsten vervolgens weer teruggelegd bij de professionals uit het veld. Zo is gekomen tot een resultaat waar de opdrachtgever, maar ook wijzelf, trots op zijn.

Wil je meer lezen over dit onderzoek en de uitkomsten? Het onderzoek is eind maart 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd en hier te downloaden.

Reageren op deze case?

Stuur dan je reactie naar:

Michiel Blom